De spot toont een man die zijn laptop niet aan de praat krijgt en geholpen wordt door een medewerker van de adverteerder.
VO: “Naar poesjes kijken. Dat kan leuker, want bij Media Markt kunnen we jouw PC startklaar maken in de Solutions Corner.”
Terug thuis met zijn laptop voert de man het adres van een website “ikwilpoesjeszien” in en krijgt hij een virusmelding waarvoor hij opnieuw geholpen wordt door de medewerker.
VO: “En gelukkig kan Media Markt je PC ook herstellen, dankzij ons PC support plan.”
De man installeert zich terug thuis achter zijn laptop met papieren zakdoekjes en droogt zijn tranen terwijl hij naar een webpagina met foto’s van katten kijkt.
VO: “Naar poesjes kijken kan dus leuker met de producten en services van Media Markt. Media Markt, jawaddedadde.”
De klager vindt deze reclame onethisch. Hij haalde aan dat “poesje” straattaal voor vagina is en dat men dus vunzige websites bedoelt. Door iemand te laten zoeken naar vunzige websites alsof het normaal is, brengt men volgens hem (onbewust) onterecht over dat vunzige websites normaal zijn.
De adverteerder deelde mee dat er uiteraard een knipoog en dubbele bodem in de reclame zit, maar de bedoeling van de communicatie is net het omgekeerde van wat de klachtneerlegger beweert. Op geen enkele manier wil hij zeggen dat “vunzige websites” ok zijn. Integendeel, hij wil juist aankaarten dat je vandaag de dag geen moeite moet doen om op een aanstootgevende website terecht te komen, zelfs als dat helemaal je bedoeling niet was. Het is duidelijk dat de acteur schrikt van het resultaat van zijn zoekactie en dat hij in de winkel duidelijk heel verveeld zit met de situatie: dit was niet wat de man op het oog had.
Hij haalde tevens aan dat maar liefst 34% van de internetgebruikers ongevraagd in contact komt met porno via advertenties, pop-ups, enz., wat in het geval van volwassen vervelend kan zijn maar wat in het geval van kinderen echt wel een probleem is. 40% van de kinderen die al in aanraking zijn gekomen met seksueel getint materiaal, belandde hierop via een onschuldige zoekopdracht. Onderzoek wijst in dit verband ook uit dat “cat content” zeer sterk aanwezig is in kunst, reclame, media en op het internet. Katten staan symbool voor entertainment en maken een onderdeel uit van de populaire cultuur.
De adverteerder wil via deze campagne in de verf zetten dat hij niet alleen producten verkoopt, maar mensen ook helpt met oplossingsgerichte diensten. Een zeer groot percentage van de problemen bij de helpdesk zijn gerelateerd aan virussen of malware die accidenteel opgelopen zijn door op een verkeerde website terecht te komen of iets fout te downloaden. Hij wil via deze spot tonen dat dit nu eenmaal de realiteit is, maar mensen geruststellen dat zijn experts dat probleem snel kunnen oplossen.
Een feitelijke analyse van de beelden zal volgens de adverteerder dan ook aantonen dat het er nooit om te doen geweest is om aan te zetten tot het bezoek van “vunzige websites”. Hij is derhalve van mening dat het niet om onethische reclame gaat.
De Jury heeft kennisgenomen van de Tv-spot in kwestie en van de klacht die daarop betrekking heeft.
Zij heeft vastgesteld dat de spot een man in beeld brengt die door het ingeven van een dubbelzinnige zoekopdracht met een computervirus opgezadeld raakt.
Zij heeft er ingevolge het antwoord van de adverteerder nota van genomen dat deze met de spot in kwestie zijn oplossingsgerichte diensten in de verf wou zetten aan de hand van een voorval waarbij een internetgebruiker via een in zijn ogen onschuldige zoekopdracht geconfronteerd wordt met ongewenste online inhoud en hierdoor nadelige gevolgen ondervindt waarbij de adverteerder kan helpen.
De Jury is vooreerst van mening dat deze boodschap in verband met de dienstverlening van de adverteerder voldoende duidelijk uit de spot blijkt.
De Jury is bovendien van mening dat de context van de spot duidelijk humoristisch is en dat het bij aanvang van de spot gesuggereerde surfgedrag van de man, die overigens duidelijk gegeneerd is door het voorval, niet goedgekeurd of als de norm naar voor geschoven wordt.
Mede gelet hierop is de Jury eveneens van mening dat de spot niet van aard is om personen aan te zetten tot dergelijk surfgedrag of om de gemiddelde kijker te choqueren.
Rekening houdend met de huidige maatschappelijke context, is de Jury derhalve van oordeel dat deze spot geen visuele of tekstuele elementen bevat die van aard zijn om afbreuk te doen aan de geldende fatsoensnormen.
De Jury is eveneens van oordeel dat de spot niet in strijd is met de JEP Regels inzake de afbeelding van de mens en evenmin getuigt van een gebrek aan behoorlijk maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef in hoofde van de adverteerder.
Bij gebreke aan inbreuken op wettelijke of zelfdisciplinaire bepalingen, heeft de Jury derhalve gemeend geen opmerkingen te moeten formuleren op deze punten.
Aangezien geen hoger beroep werd ingesteld, werd dit dossier afgesloten.
Barastraat 175, 1070, Brussel, Belgie.
E-mail: info@jep.be
Tel: +32 2 502 70 70