Een radiospot geeft de volgende conversatie weer:
Mannenstem: “Vooroordeel 1”
Vrouwenstem: “Ik geef 's morgens nooit Prince Start aan mijn kinderen want vanaf 's morgens een koek… Goh neen, dat vind ik niet evenwichtig genoeg.”
Mannenstem: “Feit: Prince Start heeft een vergelijkbare voedingswaarde als een boterham met boter en confituur. Prince Start is namelijk rijk aan trage suikers, is een bron van vezels en bevat vitaminen en mineralen. Start de dag goed met Prince Start.”
Een radiospot geeft de volgende conversatie weer:
Mannenstem: “Vooroordeel 2”
Vrouwenstem: “Prince Start bij het ontbijt, dat is toch helemaal niet zo goed als een boterham met boter en confituur? Komaan zeg, dat kan toch niet.”
Mannenstem: “Feit: Prince Start heeft een vergelijkbare voedingswaarde als een boterham met boter en confituur. Prince Start is namelijk rijk aan trage suikers, is een bron van vezels en bevat vitaminen en mineralen. Start de dag goed met Prince Start.”
De adverteerder stelde niet in te stemmen met het standpunt van de klager. Hij liet gelden dat radiospot op geen enkele wijze afbreuk doet aan het feit dat gezinnen een volwaardig en evenwichtig ontbijt nemen aan tafel en goede leef-en eetgewoonten aanleren aan hun kinderen.
Hij legde uit dat Prince Start een product is dat speciaal ontworpen is om bij het ontbijt te consumeren: Het werd ontwikkeld met als nutritionele referentie een boterham met boter en confituur en bevat derhalve vergelijkbare nutritionele waarden (op niveau van calorieën, eiwitten, suikers en vetten). Dit in tegenstelling tot andere LU producten, die als tussendoortje gebruikt en gepromoot worden. Door een aangepast bakproces bevat Prince Start meer complexe koolhydraten en hierdoor onderscheidt het zich van klassieke tussendoortjes. De adverteerder benadrukte dat in de spot op geen enkele wijze gezegd wordt dat de Prince Start het volledige ontbijt vervangt. De vergelijking slaat immers slechts op het deel “boterham met confituur en boter”. Deze vergelijking is bovendien gebaseerd op een nutritionele analyse, waaruit blijkt dat de voedingswaarden van beide voedingswaren vergelijkbaar zijn.
Hij stelde tevens dat het gebruikelijk is in radiospots om binnen een zeer korte tijdsspanne een boodschap te communiceren zonder een uitgebreide situatieschets te kunnen geven en dat gelet hierop de radiospot in samenhang met de gehele communicatiecampagne moet bekeken worden (bv televisiespots tonen mama die kalm ontbijt aan tafel geeft aan haar kind: Prince start in samenhang met andere gezonde voedingswaren die in principe aanwezig zijn op een ontbijttafel) omdat daaruit blijkt dat de consument duidelijk ingelicht wordt over het feit dat LU veel belang hecht aan een evenwichtig ontbijt aan tafel, doch een alternatief voorstelt voor “boterhammen” en “ontbijtgranen”. Er is nooit sprake van een “koekje om mee uit de deur te lopen”. De adverteerder benadrukte tevens dat de verpakking van het product zelf ook enkele gezonde ontbijttips geeft zoals “1 zakje Prince Start + 1 sinaasappel + 1 yoghurt” of “1 zakje Prince Start + 1 glas melk + 1 banaan”. Dit wijst volgens de adverteerder duidelijk op het feit dat LU moeite doet om de juiste eetgewoonten aan de consumenten te communiceren.
Vooreerst merkt de Jury op dat het niet tot haar bevoegdheid behoort zich uit te spreken met betrekking tot het product zelf of de verpakking, doch uitsluitend met betrekking tot de correctheid van de inhoud van de reclame (in casu de radiospots).
Vervolgens stelt de Jury vast dat de reclame in kwestie nergens stelt dat het gaat om een koekje om mee de deur uit te lopen. De reclame stelt het product in kwestie voor als zijnde een alternatief voor “een boterham met boter en confituur” (specifiek onderdeel van een ontbijt). De Jury heeft derhalve gemeend dat deze reclame geen afbreuk doet aan de bevordering van gezonde en evenwichtige leefgewoonten (art. 3 Fevia code).
De Jury heeft kennis genomen van de rechtvaardigingsstukken (vergelijkende analyse) die aantonen dat het product in kwestie een vergelijkbare voedingswaarde bezit als een “boterham met boter en confituur”, zoals gesteld wordt in de reclame. De Jury is derhalve van oordeel dat deze reclame geen beweringen bevat die van aard zijn te misleiden omtrent het voedingsvoordeel van het product (art. 4 Fevia code).
Gelet op wat voorafgaat, heeft de Jury gemeend geen opmerkingen te moeten formuleren ten aanzien van deze reclame.
Barastraat 175, 1070, Brussel, Belgie.
E-mail: info@jep.be
Tel: +32 2 502 70 70