De klager deelde foto’s mee die genomen werden tijdens het laatstejaarsfeestje van het Collège Royal Marie-Thérèse van Charneux. Men ziet hierop een persoon die een t-shirt draagt met het logo van Mega Fuel.
De Dienst Inspectie van Consumptieproducten (Controledienst Tabak en Alcohol) van de FOD Volksgezondheid heeft klacht ingediend voor de overtreding van het Convenant inzake reclame voor en marketing van alcoholhoudende dranken (hieronder: het Convenant) door de vennootschap “LIQUID BRANDS bvba”.
Op 18 november 2016 rond 22u hebben zij het laatstejaarsfeestje van het Collège Royal Marie-Thérèse van Charneux gecontroleerd, georganiseerd door de leerlingenraad van de school en hebben ze het volgende vastgesteld:
- De doelgroep van het feestje waren leerlingen van het middelbaar;
- Het feestje werd georganiseerd door leerlingen van het middelbaar;
- Aan de grote bar die werd opengehouden door leerlingen en leerkrachten kon men sterkedranken, bier en frisdranken vinden;
- Een promotiestand van de sterkedrank Mega Fuel (flesjes van 20 ml met Mega Fuel 07, likeur van appel en gember, 18%), werd uitgebaat door twee verkoopsters;
- De verkoopsters (hostessen) droegen t-shirts van het merk Mega Fuel;
- De sterkedrank werd verkocht aan minderjarigen;
- De drank werd verkocht door minderjarigen jonger dan 18 jaar;
- De verkoopsters controleerden de leeftijd van de leerlingen niet voordat ze hen alcohol verkochten.
- Leerlingen waren dronken.
Volgens de klager bestaat er geen enkele twijfel over het feit dat de drank Mega Fuel beschouwd wordt als “alcoholhoudende drank” in de zin van het Convenant aangezien deze een alcoholpercentage heeft van 18%. Er bestaat eveneens geen twijfel over het feit dat het sturen van verkoopsters naar een feestje dat bedoeld is voor minderjarigen, om er op een specifieke promotiestand de sterkedrank Mega Fuel te verkopen, terwijl ze t-shirts dragen met een afbeelding van het merk beschouwd wordt als reclame in de zin van het Convenant.
Volgens artikels 2.1 en 4.1 van het Convenant “mag de reclame niet gericht zijn op minderjarigen, noch door haar inhoud, noch door het communicatiemiddel”. In dit geval was de reclame gericht op minderjarigen aangezien ze aanwezig was op een feestje georganiseerd door een groep laatstejaarsstudenten voor leerlingen uit het middelbaar.
Volgens artikel 3.1 van het Convenant “mag de reclame niet aanzetten tot een onverantwoordelijke, overmatige of onwettige consumptie, noch dit aanmoedigen”. In dit geval werd de sterkedrank verkocht aan minderjarigen wat formeel verboden wordt door artikel 6, §6 van de wet van 24 januari 1997 en de controleurs van de FOD Volksgezondheid hebben vastgesteld dat jongeren dronken waren op dit feestje (ze hebben de drank dus op een overdreven en onwettige manier geconsumeerd). Jongeren worden vanzelfsprekend sterk beïnvloed door reclame, dus het feit dat de verkoopsters t-shirts droegen met de afbeelding van het merk en het feit dat zij dit drankje verkochten zet de jongeren duidelijk aan om het nieuwe drankje te proberen en moedigt dit aan.
Volgens artikel 4.2 van het Convenant “mag de reclame geen minderjarigen of personen die minderjarig lijken te zijn, uitbeelden”. In dit geval werden de publicitaire t-shirts gedragen door jonge verkoopsters die minderjarig leken te zijn.
Volgens artikel 4.7 van het Convenant “mag de reclame niet profiteren van het speciale vertrouwen dat minderjarigen hebben in hun ouders, leerkrachten of andere vertrouwenspersonen”. In dit geval waren de leerkrachten van het College aanwezig op het feestje.
De Jury heeft zowel de organisatoren van het feestje als de producent Liquid Brands om een reactie verzocht.
Reactie Liquid Brands:
De adverteerder deelde mee dat het feestje georganiseerd werd in de school waar hij ooit een leerling was en dat er laatstejaars en oud-studenten aanwezig waren. Hij twijfelt er niet aan dat er ook mensen aanwezig waren die nog geen 18 jaar oud waren maar in het laatste jaar, rekening houdend met het hoge aantal zittenblijvers, is het gemiddelde boven de 18 jaar en de oud-leerlingen zijn 18 jaar. Hij weet niet wat het percentage van mensen uit de lagere jaren was, maar herinnert eraan dat men 16 jaar oud moet zijn voor dit soort feestje. Vervolgens benadrukte hij dat hij geen enkel product verkocht heeft op dit feestje. De organisator heeft zelf de producten aangeschaft en heeft hem om hulp gevraagd voor de verkoop wat hij ten commerciële titel aanvaard heeft te doen. Er was geen enkele stand (het waren gewoon twee houten meubels zonder logo op) en het meisje en de jongen die de drank in kwestie serveerden waren ouder dan 18 jaar en droegen enkel een t-shirt met een logo.
Reactie van de organisatoren:
De organisatoren deelden mee dat er een eenmalig contract werd afgesloten met de producent van de drank Mega Fuel.
Ze verduidelijkten dat de toegang tot het feestje voorbehouden was voor elke jongere van meer dan 16 jaar en dat de doelgroep dus jongeren ouder dan 16 was. Er waren dus minderjarigen maar ook meerderjarigen aanwezig en de doelgroep was dus niet enkel minderjarigen.
De organisatoren hebben ook verduidelijkt dat zijzelf geen 18 jaar waren op het moment van het feestje in kwestie.
De Jury heeft het reclamemateriaal onderzocht rekening houdend met de argumenten van de betrokken partijen en in het kader van het Convenant inzake reclame voor en marketing van alcoholhoudende dranken (hierna: het Convenant).
De Jury heeft kennis genomen van de inhoud van de klacht en van de foto’s van het reclamemateriaal die genomen werden tijdens het laatstejaarsfeestje van het Collège Royal Marie-Thérèse van Charneux en die meegedeeld werden door de klager.
Ze heeft eveneens kennis genomen van de reacties van de verschillende betrokken partijen, met name de producent van de alcoholhoudende drank Mega Fuel, Liquid Brands, en de organisatoren van het laatstejaarsfeestje van het Collège Royal Marie-Thérèse.
De Jury heeft er vooreerst nota van genomen dat er een contract werd afgesloten tussen de organisatoren van het feestje in kwestie en de producent van de alcoholhoudende drank Mega Fuel, die een oud-leerling is van het College waar het feestje plaatsvond. Deze laatste heeft het organisatiecomité van dit feestje geholpen ten commerciële titel. Hiervoor heeft hij twee personen van ouder dan 18 jaar ter beschikking gesteld die een t-shirt droegen met het logo van Mega Fuel om de drank in kwestie te verkopen en te serveren tijdens het evenement.
Gelet op het voorgaande, is de Jury van mening dat het reclamemateriaal waartegen de klacht ingediend werd alcoholreclame in de zin van het Convenant uitmaakt en dat de producent van de alcoholhoudende drank in kwestie betrokken is door de klacht.
Wat de door de klager vermelde artikels 2.1 en 4.1 van het Convenant betreft, houdt de Jury er vooreerst aan in herinnering te brengen dat de Jury in hoger beroep bevestigd heeft dat deze artikels wel degelijk bepalen dat de reclame niet specifiek op minderjarigen gericht mag zijn en dus met andere woorden minderjarigen niet mag viseren, maar dat de aanwezigheid van reclamemateriaal tijdens een evenement waar minderjarigen ook aanwezig kunnen zijn volgens haar niet betekent dat het reclamemateriaal automatisch gericht is op minderjarigen.
Niettemin heeft de Jury, in het onderhavige geval, kennis genomen van verschillende specifieke elementen ingevolge de reacties van de betrokken partijen:
Rekening houdend met de betrokkenheid van de producent van de alcoholhoudende drank in kwestie bij de organisatie van het feestje, is de Jury van mening dat hij wist dat dit georganiseerd werd door minderjarigen en dat hij eveneens diende te weten dat het publiek voor het merendeel uit minderjarigen zou bestaan.
De Jury is van oordeel dat deze verschillende elementen er samen toe bijdragen dat de bovenvermelde alcoholreclame in casu gericht is op minderjarigen, wat strijdig is met artikels 2.1 en 4.1 van het Convenant.
De Jury is daarentegen van oordeel dat het promotiemateriaal dat bestond uit twee t-shirts met het logo van het merk geen minderjarige of persoon die minderjarig lijkt te zijn uitbeeldt en niet van aard is om aan te zetten tot een overmatige consumptie.
Ingevolge de informatie die werd meegedeeld met betrekking tot het organisatiecomité dat bestond uit laatstejaarsstudenten, is de Jury van mening dat de loutere aanwezigheid van leerkrachten tijdens het feestje niet met zich meebrengt dat de betrokken reclame profiteert van het speciale vertrouwen dat minderjarigen hebben in hun leerkrachten. Zij is derhalve van oordeel dat er in dit geval geen sprake is van een inbreuk op artikel 4.7 van het Convenant.
Gelet op het voorgaande en op basis van voormelde bepalingen, heeft de Jury de adverteerder derhalve verzocht om het promotiemateriaal in kwestie niet meer te gebruiken in de betrokken context.
De adverteerder heeft bevestigd dat hij de Jurybeslissing zal naleven.
Barastraat 175, 1070, Brussel, Belgie.
E-mail: info@jep.be
Tel: +32 2 502 70 70