De tv-spot gaat als volgt:
VO: “Ah Kerstmis, de schoonste tijd van ’t jaar. Alhoewel.”.
Men ziet een familie rond de tafel. Aan een kant denkt een man: “Als dieje nu straks over die erfenis begint eh”. Aan de andere kant van de tafel zegt een man: “Eigenlijk heb ik meer recht op het huis, toch?”.
Met kerstmuziek op de achtergrond tonen de vertraagde beelden de eerste man die, furieus, een kreeft lanceert (“19.99 500g”), de andere man die omvalt en zijn glas omgooit en die al lachend oesters naar hem lanceert (“6.99 12 stuks”). De eerste man reageert met een lamskotelet (“8.99 300g”). De andere moedigt een meisjes aan om een kom kroketten te gooien (“0,75 1kg”). Een oudere man neemt een kalkoenbout vast om deze te lanceren. De andere tafelgasten kijken stomverbaasd naar de scène.
Vervolgens wordt teruggekeerd naar de beelden van het begin van de spot.
VO: “Maar ja, wat is de kans dat dat echt gebeurt eh? Lidl wenst u deze Kerst smakelijke discussies.”
Men ziet het logo van de adverteerder en hoort op de achtergrond de stem van een man: “Seg, efkes over die erfenis. Eigenlijk…”.
1) De klager meent dat deze spot, die de protagonisten toont die feestvoedingsmiddelen gooien met daarbij vermeldingen die de lage prijs onder de aandacht brengen, blijk geeft van een gebrek aan eerbied wat betreft het probleem van het voedingsbeheer.
2) De klaagster vindt deze reclame een schande in een tijd waarin zoveel mensen honger lijden, geen Kerst kunnen vieren om zoveel verschillende redenen en waarin voedsel schaars aan het worden is en duur. Bovendien zijn die dieren dan ook nog eens moeten sterven om ons te voeden en dus niet om gewoon verspild te worden in een dom voedselgevecht over gelijk wat. Zij is hiervan echt gedegouteerd en ontdaan.
3) De klager vindt het niet echt van onze tijd om zoiets te doen. Sommige mensen hebben het niet breed en deze reclame kan volgens hem niet door de beugel: eten is niet om mee te gooien.
De adverteerder deelde mee dat de tv-spot kadert in een bredere imagocampagne, waarbij hij op ludieke wijze toont dat het kerstfeest in realiteit niet altijd verloopt zoals men in clichébeelden te zien krijgt.
De kerstspot speelt zich grotendeels af in de droomwereld van het hoofdpersonage. De familie zit gezellig aan tafel voor het kerstdiner, tot een van de broers een gevoelig topic aanraakt. In de droomwereld komt het daarop tot een fictieve strijd, waarbij het eten als munitie ingezet wordt. Maar uiteraard blijft het bij dromen en wil de adverteerder niet aanzetten tot het verspillen van voedsel.
Hij maakt in deze commercial gebruik van overdrijving om de scène neer te zetten. Als adverteerder is hij er zich van bewust dat humor de nodige omzichtigheid vraagt. Hij wenst dan ook concreet te verwijzen naar de regels inzake humor waaruit blijkt dat deze communicatie nergens tegen de opgelegde regels ingaat.
Bovendien verwees hij graag naar de realiteit van een tv-productie, waar echte voeding gebruikt wordt voor het shooten van de spot. Aangezien foodwaste bij hem hoog op de prioriteitenlijst staat, gaat hij hier zo verantwoord mogelijk mee om en limiteert hij het aantal nodige producten. Concreet voorbeeld: de kreeft werd verstevigd zodat hij niet telkens een nieuw product nodig had, maar een aantal shots kon doen met hetzelfde product. Andere producten (zoals de kroketten en oesters) werden opgevangen, zodat deze opnieuw gebruikt konden worden.
De Jury heeft kennisgenomen van de klachten met betrekking tot in het bijzonder voedselverspilling en respect voor dieren.
Zij heeft tevens kennisgenomen van de tv-spot in kwestie en heeft vastgesteld dat de vertraagde beelden die personen tonen die voedingsmiddelen als projectielen gebruiken een ingebeelde scène weergeven die zich afspeelt naar aanleiding van een gedachte van een van de tafelgasten.
Volgens de Jury zijn deze beelden duidelijk onrealistisch en overdreven.
Zij is derhalve van mening dat deze spot niet van aard is om letterlijk opgevat te worden door de gemiddelde consument en dat deze met name niet aanzet tot het verspillen van voedsel.
Zij is eveneens van mening dat de spot respect ten aanzien van voeding of ten aanzien van dieren niet in twijfel trekt.
Ingevolge het antwoord van de adverteerder heeft de Jury er ten slotte nota van genomen dat deze verschillende maatregelen heeft genomen bij de opnames van de spot in kwestie om het effectief gebruik van producten te beperken.
Gelet op het voorgaande is zij van oordeel dat de betrokken tv-spot niet getuigt van een gebrek aan een behoorlijk maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef in hoofde van de adverteerder op deze punten.
De Jury heeft de klachten derhalve ongegrond verklaard.
Aangezien geen hoger beroep werd ingesteld, werd dit dossier afgesloten.
Barastraat 175, 1070, Brussel, Belgie.
E-mail: info@jep.be
Tel: +32 2 502 70 70