De advertenties en de site vermelden onder andere de volgende teksten, vergezeld van afbeeldingen die de blauwe reus tonen die het aardgas vertegenwoordigt.
1) “Kies voor aardgas en geniet volop van comfort. Verwarming. Warm water. Koken. Met aardgas kan je alle kanten op. In alle comfort. En met oog voor het leefmilieu en je portemonnee. De energiezuinige toestellen zijn zo geplaatst. Je huis gezellig comfortabel, van de kelder tot de zolder? Aardgas is je beste maatje, telkens weer.”
(Franstalige tekst: « Choisir le gaz naturel c’est opter pour le confort intégral. Se chauffer, se laver, cuisiner… Difficile de trouver plus polyvalent et confortable que le gaz naturel. Doux pour la planète et votre portefeuille, il est aussi économique et facile à utiliser, quel que soit l’appareil alimenté. De la cave au grenier, vous pourrez toujours compter sur le gaz naturel ; il est toujours là quand vous avez besoin de lui. ».)
2) “Kies voor aardgas en verwelkom de energie van morgen. Hernieuwbare energie. We kunnen niet zonder als we de opwarming van de aarde onder controle willen houden. Zon en wind leveren groene energie, maar niet altijd genoeg. Geen nood. Aardgas is de ideale partner voor hernieuwbare energie. Milieubewust. Zo geplaatst. En op maat van je wensen en je budget. Kortom, je beste maatje. Ook in het energielandschap van morgen.”
(Franstalige tekst: « Choisir le gaz naturel c’est se laisser porter vers les énergies de demain. Nous le savons tous, lutter contre le réchauffement climatique passe par les énergies renouvelables : le soleil, le vent… Mais celles-ci ne suffisent pas à couvrir tous nos besoins. Il leur faut le soutien d’une énergie partenaire : le gaz naturel. Des millions d’utilisateurs belges apprécient déjà ses qualités écologiques. En prêtant main forte aux énergies renouvelables, il offre des solutions adaptées à votre vie et à votre budget. C’est clair, le gaz naturel est votre compagnon dans le paysage de demain. ».)
3) “Kies voor aardgas en rij groener en goedkoper. Echte vrijheid? Da’s gaan en staan waar je maar wil. Maar onze mobiliteit mag niet ten koste gaan van het milieu. Aardgas draagt al jaren bij aan duurzaam verkeer. CNG-wagens (Compressed Natural Gas) stoten veel minder CO2 uit dan diesel- of benzinewagens. En bijna geen fijn stof. Bovendien tank je ook nog eens goedkoper. Stap nu in een groene wagen op aardgas.”
(Franstalige tekst: « Choisir le gaz naturel c’est rouler plus vert et moins cher. Se déplacer, bouger… c’est peut-être ça la vraie liberté. Mais à quel prix ? Notre mobilité peut-elle avoir un coût pour la planète ? Non, bien sûr. Voilà pourquoi le gaz naturel soutient depuis des années la mobilité durable. Le résultat : des véhicules roulant au gaz naturel comprimé (CNG) émettant moins de CO2 et de NOx que les moteurs à essence ou diesel et quasi aucunes particules fines. Pour un prix à la pompe particulièrement avantageux. Vous souhaitez parler mobilité de demain ? Nous sommes aussi là pour ça. ».)
Onderaan telkens de tekst “Aardgas. Zo ben je klaar voor morgen. Aardgas.be”.
De klager verwees naar de reclamecampagne gevoerd op Aardgas.be teneinde de verdiensten van aardgas als schone, verdedigbare energie die in lijn is met de strijd tegen de klimaatverandering. Een volledige pagina van de website die bedoeld is voor de Belgische consumenten in hun geheel wordt gewijd aan deze campagne.
De (Franstalige) klager verwees naar de volgende termen die in de Franstalige advertenties gebruikt werden om de weldaden van aardgas te omschrijven:
- « Doux pour la planète »,
- « Des millions d’utilisateurs belges apprécient déjà ses qualités écologiques »,
- « Voilà pourquoi le gaz naturel soutient depuis des années la mobilité durable. Le résultat : des véhicules roulant au gaz naturel comprimé (CNG) émettant moins de CO₂ et de NOx que les moteurs à essence ou diesel. »
Volgens de klager negeren deze beweringen op een gevaarlijke manier een aantal wetenschappelijke feiten, te beginnen met het feit dat aardgas een fossiele energie is met een vaststaande impact op het klimaat.
- Tijdens zijn volledige levenscyclus stoot aardgas een belangrijke hoeveelheid methaan uit, een broeikasgas met een opwarmingsvermogen 86 maal groter dan CO2, volgens het laatste IPCC-rapport.
- De wetenschappelijke gemeenschap is het erover eens dat elektriciteit genereren met aardgas in plaats van met steenkool slechts gunstig is voor het klimaat als het percentage van de uitstroom van methaan gelinkt aan aardgas – tijdens de productie, behandeling en overdracht (maar niet tijdens de distributie) – lager blijft dan 3,2% van de totale productie van aardgas. Een aantal recente wetenschappelijke artikels hebben echter aangetoond dat, tijdens de zogenaamde normale levenscyclus van aardgas (vanaf de productie tot aan de levering bij consumenten), de methaanuitstoot tussen 3,6% en 5,4% van de totale productie van aardgas in de Verenigde Staten vertegenwoordigde.
- De productie van aardgas is trouwens helemaal niet ecologisch of « doux ». Meer dan 45% van het aardgas dat in België gebruikt wordt is afkomstig van het reservoir van Groningen in Nederland waar sinds jaren een intense strijd aan de gang is tussen de industriëlen en de lokale bevolking die, sinds 1991, getroffen werd door 974 aardbevingen ingevolge de productie van dit gas. Meer dan 65.000 klachten en aanvragen tot schadevergoeding zijn ingediend, wat de omvang van de ecologische en sociale ramp die deze productie heeft meegebracht weergeeft en wat de Nederlandse autoriteiten inmiddels verplicht om een vermindering te voorzien van bijna de helft van het gasvolume dat de gasbedrijven jaarlijks mogen winnen.
Omwille van deze niet-exhaustieve redenen is de klager van mening dat aardgas voorstellen als “doux pour la planète”, “écologique” en “durable” desinformatie betreft, zelfs misleidende reclame en in strijd is met bepaalde regels van de ICC-code inzake reclame- en marketingcommunicatiepraktijken. Hij verwijst specifieker naar artikel E1 van deze code en benadrukt dat de campagne niet beantwoordt aan de eisen van reclame in het domein van ecologische en milieuaspecten.
Ook al is het omwille van technologische en economische redenen aanvaardbaar om te zeggen dat aardgas nog nodig is om de ontwikkeling van hernieuwbare energieën te begeleiden, dan nog is het op zijn best een noodzakelijk kwaad, met bekende en erkende nefaste gevolgen voor het klimaat en het milieu.
De adverteerder, wiens leden de uitbaters van het aardgasnetwerk in België zijn, ving aan met het schetsen van de context van de huidige campagne. Hij voert sedert meer dan 20 jaar dergelijke campagnes en heeft telkens het accent gelegd op de kwaliteiten van aardgas in termen van het milieu en duurzaamheid, op de performante toepassingen van aardgas en het rationeel energiegebruik, blijken van de vermindering van globale en lokale vervuilende uitstoten. De onderliggende boodschap is dat deze energie een deel vormt van de oplossing voor de ecologische en energieproblemen die onze samenlevingen kennen. Hij benadrukt eveneens het feit dat aardgas een rol te spelen heeft in de omschakeling op het vlak van energie naar een koolstofarme economie, in synergie met de hernieuwbare energiebronnen.
De adverteerder hernam vervolgens de verschillende elementen die opgeworpen werden door de klager:
1. « Doux pour la planète »
In het verleden heeft de JEP het begrip “milieuvriendelijk” aanvaard (beslissingen van 05/05/2000 en 16/05/2002) op voorwaarde dat dit begrip geen absolute term was. Zij besliste dat de woorden “minder uitstoot, geen opslag bij de klant, distributie door leidingen” zouden worden toegevoegd. “Doux pour la planète” is een begrip dat geen absolute, maar een relatieve positie formuleert. In deze context werd het niet nodig gevonden om de woorden “minder uitstoot, geen opslag bij de klant, distributie door leidingen” toe te voegen.
2. « Des millions d’utilisateurs belges apprécient déjà ses qualités écologiques »
Sinds de komst van aardgas kent het aantal gebruikers van deze energie een voortdurende groei. 2,8 miljoen gezinnen gebruiken het (verwarming, warm water voor sanitair, koken, …), al dan niet in combinatie met hernieuwbare energiebronnen, net als 100.000 KMO’s en industrieën waar aardgas met name gebruikt wordt om te koken, het onmiddellijk drogen van producten, de directe behandeling van grondstoffen, enz., toepassingen die niet mogelijk zouden zijn als de verbranding moleculen zou genereren die gevaarlijk zijn voor de mens, de behandelde producten of het milieu.
Aardgas heeft ecologische kwaliteiten in vergelijking met andere brandstoffen.
In de eerste plaats is de CO2-uitstoot afhankelijk van de moleculaire structuur van een brandstof alsook van haar zuiverheid. De adverteerder verwijst naar de hoeveelheid CO2 die uitgestoten wordt bij de verbranding van verschillende brandstoffen, afkomstig van het IPCC, het Intergovernmental Panel on Climate Change. Er dient genoteerd te worden dat, in tegenstelling tot aardgas, bepaalde brandstoffen meer CO2 uitstoten dan vermeld wordt omwille van een niet geoptimaliseerde verbranding (gemotoriseerde delen, noodzakelijkheid van onderhoud of afstelling, vervuiling door roet).
De adverteerder benadrukte eveneens dat, in tegenstelling tot wat de klager schrijft, bepaalde hernieuwbare brandstoffen, zoals turf of biomassa, een veel hoger CO2-gehalte hebben dan aardgas: bijna het dubbele. Bovendien werd vastgesteld dat de duurzaamheid van hun ontginning zo laag is dat de overheden erover denken om enkel hernieuwbare brandstoffen van de derde categorie te promoten, die minder impact zullen hebben op de andere natuurlijke hulpbronnen en op de voedingsbehoeften.
Richtlijn (EU) 2015/2193 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 inzake de beperking van de emissies van bepaalde verontreinigende stoffen in de lucht door middelgrote stookinstallaties geeft de maximale uitstoot die gerespecteerd moet worden door de verschillende brandstoffen (fossiel of niet). De emissies afkomstig van aardgas zijn er duidelijk lager dan die van andere brandstoffen.
3. « Voilà pourquoi le gaz naturel soutient depuis des années la mobilité durable. »
De recente beslissingen van de Europese Unie en de Belgische gewesten inzake alternatieve brandstoffen bevestigen de rol die de brandstof aardgas kan spelen in de ontwikkeling van een duurzame mobiliteit voor de lidstaten.
In haar mededeling van 24 januari 2013 “Schone energie voor het vervoer: een Europese strategie voor alternatieve brandstoffen”, benadrukt de Europese Commissie de rol van alternatieve brandstoffen, waarbij aardgas een belangrijke rol speelt.
Richtlijn 2014/94/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende de uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen moedigt met name de ontwikkeling aan van tankstations voor CNG en LNG voor het transport.
In het kader van de richtlijn 2014/94/EU werken de gewesten aan de uitwerking van actieplannen. Het Vlaamse Gewest heeft met name de belasting op voertuigen met alternatieve brandstoffen aangepast. Voertuigen op aardgas voor particulieren zijn sinds 1 januari 2016 vrijgesteld van de belasting op inverkeerstelling en de verkeersbelasting. In Wallonië heeft de overheid beslist om subsidies toe te kennen bij de aankoop van niet vervuilende wagens (CNG of elektrisch) door gemeentes, provincies, OCMW’s en gemeentebedrijven. De verschillende gewesten zullen ook nog andere maatregelen vastleggen.
De adverteerder hernam vervolgens de verschillende motieven van de klacht:
1. “Deze beweringen negeren op een gevaarlijke manier een aantal wetenschappelijke feiten, te beginnen met het feit dat aardgas een fossiele energie is met een vaststaande impact op het klimaat.”
Methaan is een natuurlijk en onvermijdbaar product van de levenscyclus: het wordt geproduceerd bij elk ontbindingsproces. Zelfs het menselijk lichaam produceert eveneens methaan.
2. “Tijdens zijn volledige levenscyclus stoot aardgas een belangrijke hoeveelheid methaan uit, een broeikasgas met een opwarmingsvermogen 86 maal groter dan CO2, volgens het laatste IPCC-rapport.”
De levensduur van een methaanmolecule is erg kort. Volgens een rapport van het IPCC, vertegenwoordigt de methaanuitstoot van fossiele oorsprong (voornamelijk van steenkool, aardolie en aardgas) 1/5 van de natuurlijke methaanuitstoot.
3. “De wetenschappelijke gemeenschap is het erover eens dat elektriciteit genereren met aardgas in plaats van met steenkool slechts gunstig is voor het klimaat als het percentage van de uitstroom van methaan gelinkt aan aardgas lager blijft dan 3,2% van de totale productie van aardgas. Een aantal recente wetenschappelijke artikels hebben echter aangetoond dat, tijdens de zogenaamde normale levenscyclus van aardgas, de methaanuitstoot tussen 3,6% en 5,4% van de totale productie van aardgas in de Verenigde Staten vertegenwoordigde.”
Binnen het kader van het IPCC communiceert de Europese Unie jaarlijks aan het IPCC een overzicht van de uitstoot van broeikasgassen van de verschillende lidstaten. Het laatste gepubliceerde rapport is dat van 2010. Voor België stelt men vast dat de uitstoot van de gassector minder dan een tiende vertegenwoordigt van de uitstoot van de oliesector.
Op basis van het jaarlijks overzicht gerealiseerd door het US Environmental Protection Agency inzake de uitstoot van broeikasgassen en rekening houden met de brutoproductie van aardgas in de Verenigde Staten (bron: Internationaal Energieagentschap), was het uitstootgehalte van methaan 1,43% in 2014, een cijfer dat sinds 1990 voortdurend daalt (-15%) en ver verwijderd is van de gegevens gecommuniceerd door de klager.
4. “De productie van aardgas is trouwens helemaal niet ecologisch of « doux ». Meer dan 45% van het aardgas dat in België gebruikt wordt is afkomstig van het reservoir van Groningen in Nederland…”
Een recente belangrijke verhoging van de huidige productie van de gasvindplaats van Groningen (de productie in de jaren 2010-2013 was de hoogste sinds 1985) werd gevolgd door een toename van aardbevingen in de regio. De Nederlandse overheid is bovendien van plan om de productie terug te brengen op een niveau dat ongeveer het gemiddelde is van de productie van de 25 jaren voor 2010, met daarbij een “reserve” van 6 miljard m3 in geval van een koud jaar, om op deze manier een nieuwe periode van aardbevingen te vermijden. Op dit “gemiddeld” productieniveau zouden de problemen van de bevingen zich niet meer mogen stellen.
Dezelfde problemen kunnen zich voordoen bij steenkoolmijnen of de ontginning van olie. Zelfs biomassacentrales (van de 1e en 2de generatie) kunnen negatieve gevolgen hebben: directe of indirecte ontbossing, transport, …, terwijl de effecten van windmolens op de winden en het klimaat en de effecten van zonnecellen op de zonnestraling die de aarde ontvangt nog niet bestudeerd zijn maar wel degelijk bestaan.
Elke activiteit heeft gevolgen, maar het is belangrijk om het onderscheid te maken tussen deze die “douces” zijn en andere die bijvoorbeeld 10 keer impactvoller zijn.
Omwille van deze niet-exhaustieve redenen is de adverteerder van mening dat aardgas voorstellen als « doux pour la planète », « écologique » en « durable » toegestaan is.
De Jury heeft vooreerst verduidelijkt dat zij zich beperkt heeft tot het onderzoeken van de inhoud van de reclame in kwestie, zonder zich te buigen over het debat met betrekking tot aardgas, wat niet tot haar bevoegdheid hoort.
De Jury heeft kennis genomen van de aangeklaagde advertenties die gerealiseerd werden in het kader van een algemene promotiecampagne voor aardgas en meer bepaald van de vermeldingen die door de klager benadrukt werden.
Zij heeft eveneens kennis genomen van alle elementen die door de adverteerder werden meegedeeld om de vermeldingen in kwestie te ondersteunen.
De Jury is van mening dat de verschillende voordelen die gelinkt worden aan de keuze voor aardgas op een genuanceerde en relatieve manier vermeld en voorgesteld worden in het kader van de voorstelling van aardgas als een element van antwoord op de ecologische en energieproblematiek om de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen te begeleiden.
Zij is eveneens van mening dat de aangeklaagde advertenties in hun geheel onderzocht geen absolute of misleidende bewering bevatten die van aard is om de consument te misleiden omtrent de milieuaspecten of milieuvoordelen van aardgas.
De Jury is derhalve van oordeel dat de reclame niet misleidend is en niet in strijd is met artikel E1 van de ICC code.
Bij gebreke aan inbreuken op wettelijke of zelfdisciplinaire bepalingen, heeft de Jury gemeend geen opmerkingen te moeten formuleren op dit punt.
De klager heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de Jury in eerste aanleg.
De klager benadrukte met name dat het antwoord van de JEP begint met een belangrijke kadrering, waar deze laatste in herinnering brengt dat “zij zich beperkt heeft tot het onderzoeken van de inhoud van de reclame in kwestie, zonder zich te buigen over het debat met betrekking tot aardgas, wat niet tot haar bevoegdheid hoort”.
Hij is echter van mening dat het moeilijk is om dit debat terzijde te laten aangezien dit net centraal staat in de argumenten die hij betwist en die door de adverteerder gebruikt worden in de betwiste reclames. Dit onderscheid is bovendien des te moeilijker te maken aangezien de JEP, in haar antwoord, deze initiële herinnering tegenspreekt door zelf meningen te formuleren over aardgas terwijl dit niet tot haar bevoegdheid geacht zou worden te behoren.
De JEP verduidelijkt aldus dat de reclames in kwestie “een element van antwoord (zijn) op de ecologische en energieproblematiek om de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen te begeleiden”, wat laat doorschemeren dat het gas een element is dat kan bijdragen aan de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen, wat de klager net betwist; de gassector tast vaak de mogelijkheden inzake de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen aan (zowel op het vlak van ontwikkelingen op de energiemarkt als op het vlak van subsidies).
De JEP concludeert bovendien dat “dat de aangeklaagde advertenties in hun geheel onderzocht geen absolute of misleidende bewering bevatten die van aard is om de consument te misleiden omtrent de milieuaspecten of milieuvoordelen van aardgas”. Daar waar echter de adverteerder beweert dat “aardgas al jaren bijdraagt aan duurzaam verkeer” en dat het “doux pour la planète” is, is de klager van mening dat het hier juist om een absolute bewering gaat.
Door zijn aard (een fossiele koolwaterstof die voor de overgrote meerderheid bestaat uit methaan waarvan de opwarmende kracht 86 keer groter is dan die van CO2 volgens het laatste rapport van het IPCC), kan het gas zich volgens de klager helemaal niet voorstellen als op welke wijze ook duurzaam, zowel op temporeel vlak (de reserves zijn niet onbeperkt) als op klimatologisch vlak (de talrijke methaanverliezen tijdens zijn levensduur zijn duidelijk niet in lijn met de strijd tegen de klimaatverandering en zijn bijgevolg helemaal niet “douces pour la planète”) of op het vlak van milieu (zoals blijkt uit een recent onafhankelijk rapport in opdracht van Transport & Environment).
Hij blijft dus de nadruk leggen op het feit dat deze reclames zich baseren op het “duurzame” karakter van het gas en dat in afwezigheid van het bewijs van deze duurzaamheid, het gebruik hiervan in strijd is met de ICC Code.
Beweren dat “des millions d’utilisateurs belges apprécient déjà ses qualités écologiques” betreft volgens hem dus duidelijk een manier van “de bezorgdheid van de consument voor het milieu misbruiken en zijn eventuele gebrek aan kennis over het milieu uitbuiten” zoals dit vermeld wordt in artikel E1 van de ICC Code.
De adverteerder heeft bijkomende elementen meegedeeld die specifiek antwoorden op de nieuwe elementen die door de klager worden aangehaald in zijn verzoekschrift tot hoger beroep.
Hij heeft onder andere het volgende meegedeeld.
Aardgas is volgens hem wel degelijk een ideale aanvulling op de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen, niet enkel vanuit technisch oogpunt maar eveneens in de strategie van de politici.
De hernieuwbare productie van elektriciteit heeft aardgas nodig: de gedecentraliseerde productie van elektriciteit door hernieuwbare energiebronnen en waarvan de productie wisselvallig is, heeft als effect dat de gecentraliseerde productie moet tussenkomen om de productie af te stellen op de vraag; deze aanpassing kan niet gebeuren door klassieke centrales gebaseerd op een stoomcyclus (nucleair, steenkool, biomassa) maar wel door turbinecentrales die functioneren op aardgas die sneller en soepeler kunnen tussenkomen.
Het weze ook opgemerkt dat vanuit het standpunt van een consument die geïnteresseerd is in hernieuwbare energiebronnen, een gaswarmtepomp eveneens aanzienlijke voordelen oplevert op economisch en milieuvlak. Dit aspect vindt men ook expliciet terug in recente wetteksten.
Met betrekking tot de bewering dat aardgas al jaren bijdraagt aan duurzame mobiliteit voegde de adverteerder toe dat, in de benaming zelf, NGVAEu, de Europese Vereniging van voertuigen op aardgas en biomethaan, het belang van hernieuwbaar gas (biomethaan) in de alternatieve mobiliteit benadrukt. De technologie van voertuigen op aardgas, ongeacht het marktsegment (particulier voertuig, bus, vrachtwagen, …) past perfect bij het gebruik van biomethaan. De omvorming van biogas in biomethaan en de waardering van deze laatste als brandstof in combinatie met aardgas heeft er ook voor gezorgd dat de producenten van biogas die met name geconfronteerd werden met rentabiliteitsproblemen van hun installaties een nieuwe afzetmarkt kregen.
Hij benadrukte vervolgens dat, in tegenstelling tot andere brandstoffen, methaan, essentieel onderdeel van aardgas, voortdurend geproduceerd wordt door verschillende processen.
Methaan, onderdeel van aardgas, is niet in de eerste plaats “fossiel”, maar is een product dat vooral het natuurlijke resultaat is van biologische processen die zich elke dag afspelen.
Methaan is dus een energiebron die voortdurend door de natuur geproduceerd wordt. Hierdoor is ze dus duurzaam in de tijd.
De gasindustrie zal een steeds grotere rol spelen door de menselijke uitstoten, zoals de vuilnisbelten, de compostering, de zuiveringsstations en zelfs de uitstoten van herkauwers te recupereren net als de gasuitstoot die geproduceerd wordt in combinatie met olie maar die niet gerecupereerd wordt door bepaalde oliebedrijven en misschien zelfs de uitstoten van de mijnen en de opslag van steenkool. Op die manier, door de recuperatie van bepaalde methaanuitstoten van menselijke oorsprong, is aardgas duurzaam en zal het duurzamer worden.
De politiek verantwoordelijken erkennen en steunen de duurzame rol die aardgas kan spelen in de recuperatie en de nuttige valorisatie van methaanuitstoten.
Uit wat voorafgaat blijkt volgens de adverteerder duidelijk dat de politiek verantwoordelijken ijveren voor een ruimer gebruik van aardgas, in het kader van hun milieu- en klimaatpolitiek. Deze milieu- en klimaatpolitiek heeft als doel om de burgers te overtuigen om zo snel en efficiënt mogelijk hun uitstoot te verminderen. Het lijkt hem niettemin dat de verwijzing naar de beslissingen van andere consumenten even “correct” is als de verwijzing naar de doelen van de politieke verantwoordelijken. De consument anno 2016 is een geïnformeerde burger die zijn keuzes maakt nadat hij kennis heeft genomen van de wetgeving en raad heeft gevraagd aan professionelen (architecten, installateurs, producenten, overheden) en gespecialiseerde sites heeft bezocht. Het aanbod inzake hernieuwbare energiebronnen is gemakkelijk toegankelijk, met name tijdens de talrijke beurzen met betrekking tot bouwen en renoveren. De financiële steun van de overheden voor duurzame energie is gemakkelijk toegankelijk. De keuze voor aardgas die vandaag nog altijd een meerderheid blijft zowel bij renovatie als nieuwbouw is dus het gevolg van een volwassen reflectie en gebeurt in volledige vrijheid.
I. ONTVANKELIJKHEID
Wat de ontvankelijkheid van het verzoek tot hoger beroep betreft, heeft de Jury vooreerst vastgesteld dat:
Gelet hierop, heeft de Jury in hoger beroep het verzoekschrift ontvankelijk verklaard.
II. GEGRONDHEID
De Jury in hoger beroep heeft kennis genomen van de inhoud van de reclames in kwestie van KVBG voor aardgas en van alle elementen en standpunten die terzake meegedeeld werden in dit dossier.
De Jury in hoger beroep heeft voor zover nodig vooreerst bevestigd dat het niet tot haar bevoegdheid behoort om zich uit te spreken in het maatschappelijk debat rond energiebronnen als dusdanig, maar dat het haar slechts toekomt om specifieke reclame-inhouden te toetsen aan de regels die daarop betrekking hebben.
De Jury in hoger beroep is van mening dat de Jury in eerste aanleg ook niet van dit principe is afgeweken daar waar zij in haar beslissing verwijst naar de presentatie in de campagne in kwestie van het betrokken product als één van de elementen van antwoord in het raam van de problematiek van de begeleiding van de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen.
Zij is in dit verband met name van mening dat de Jury in eerste aanleg slechts beoogde te verwijzen naar de vaststelling dat de teksten van verschillende van de betrokken reclames zich beperken tot het formuleren van een bijdrage, zonder echter op te affirmatieve wijze aanspraak te maken op milieuaspecten of -voordelen of voor te wenden de oplossing voor deze problematiek uit te maken.
Zij is tevens van mening dat in de verschillende reclames gebruik wordt gemaakt van bewoordingen die niet in te absolute termen zijn geformuleerd.
De Jury in hoger beroep is met andere woorden, met de Jury in eerste aanleg, van mening dat de reclames in kwestie de aangehaalde voordelen verbonden aan de keuze voor aardgas op een voldoende genuanceerde en relatieve manier voorstellen.
De Jury is derhalve van oordeel dat geen van de reclames, wanneer de reclameteksten in hun geheel worden bekeken en niet worden beperkt tot geïsoleerde zinssneden, van aard is om door de gemiddelde consument te zullen worden begrepen als een bewering dat een product of activiteit geen of alleen een positieve impact heeft op het milieu.
Hierbij aansluitend is zij eveneens van oordeel dat de reclames de bezorgdheid van de consument voor het milieu niet misbruiken en evenmin zijn eventuele gebrek aan kennis over het milieu uitbuiten.
De Jury in hoger beroep is derhalve eveneens van oordeel dat de reclames in kwestie niet in strijd zijn met artikel E1 van de ICC Code.
De Jury in hoger beroep verklaart derhalve het hoger beroep ongegrond en bevestigt de beslissing van de Jury in eerste aanleg.
De beslissing van de Jury in hoger beroep is definitief.
Barastraat 175, 1070, Brussel, Belgie.
E-mail: info@jep.be
Tel: +32 2 502 70 70