Spot 1:
Vrouw 1: “Bij KBC weten we dat het leven soms pure blues is.”
Vrouw 2: (zingend) “Studeren en werken dat valt al niet mee en ook nog een huis kopen da’s teveel voor mijn portemonnee.”
Vrouw 1: “Wel, kom eens praten met KBC Bank over een flexibel woningkrediet. Waarmee u eerst minder kan afbetalen en later, als u beter verdient, meer. Neem alvast een kijkje op kbc.be/flexibelwoningkrediet.”
Vrouw 2: (zingend) “Thank you voor de goede raad. Ik zie je bij het behalen van mijn doctoraat.”
Vrouw 1: “KBC, wij spreken uw taal.”
Spot 2:
Vrouw 1: “Bij KBC weten we dat het leven soms pure blues is.”
Vrouw 2: (zingend) “Mijn man en ik huren een veel te kleine flat. We willen graag bouwen maar dat kan niet met ons budget.”
Vrouw 1: “Wel, KBC heeft een flexibel woningkrediet waarmee u een deel van uw eerste afbetaling makkelijk tot 24 maanden kan uitstellen. Neem al eens een kijkje op kbc.be/flexibelwoningkrediet.”
Vrouw 2: (zingend) “Dat is fantastisch, dat is great. Nu nog een afspraak, let’s have a date.”
Vrouw 1: “KBC, wij spreken uw taal.”
Spot 3:
Vrouw: “Bij KBC weten we dat het leven soms pure blues is.”
Man: (zingend) “Na acht jaar samen liet mijn baby me staan. Ons huis nu afbetalen, kan ik dat alleen wel aan?”
Vrouw: “Kom eens praten met KBC bank over flexibele woningkredieten die u wellicht kan aanpassen aan uw budget. Kijk alvast op kbc.be/flexibelwoningkrediet.”
Man: (zingend) “Oh baby, you’re so sweet talking to me. Uw woningkredietjes set me free.”
Vrouw: “KBC, wij spreken uw taal.”
De adverteerder deelde mee dat de klacht ongegrond is omdat zij uitgaat van de premisse dat in elke reclame, of in elke reclame voor kredieten, de vermelding "geld lenen kost ook geld" moet worden opgenomen. Deze veronderstelling is onjuist. De bedoelde vermelding moet alleen toegevoegd worden in reclame voor consumentenkrediet (die geen melding maakt van een kost van het krediet) (art. 5 §2 Wet op het consumentenkrediet, afgekort WCK). Het KBC Woningkrediet is geen consumentenkrediet, maar een krediet dat ressorteert onder de Wet van 4 augustus 1992 op het hypothecair krediet. Voor de laatstgenoemde kredietvorm geldt de verplichting van art. 5 §2 WCK niet. Kredieten ressorterend onder de Wet van 4 augustus 1992 worden immers uitdrukkelijk uit het toepassingsgebied van de WCK gesloten (art. 3 §1, 7° WCK). De adverteerder verzoekt de Jury dan ook om de klacht zonder meer te verwerpen.
De Jury heeft kennis genomen van de radiospots voor het flexibel woningkrediet van de adverteerder.
De Jury heeft er vooreerst nota van genomen dat de klacht betrekking heeft op het feit dat in de radiospots de vermelding “Let op, geld lenen kost ook geld” niet is opgenomen.
De Jury heeft er ingevolge het antwoord van de adverteerder nota van genomen dat deze radiospots betrekking hebben op kredieten die onderworpen zijn aan titel I van de Wet van 4 augustus 1992 op het hypothecair krediet.
Dienaangaande heeft de Jury er tevens nota van genomen dat de verplichting om in bepaalde reclames voor consumentenkredieten de vermelding “Let op, geld lenen kost ook geld” op te nemen is voorzien in artikel 5, § 2 van de Wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet en dat, ingevolge zijn artikel 3, § 1, 7°, deze wet niet van toepassing is op de hypothecaire kredieten waarop titel I van de Wet van 4 augustus 1992 op het hypothecair krediet van toepassing is.
Bij gebreke aan inbreuken op wettelijke of zelfdisciplinaire bepalingen op dit punt, heeft de Jury de klacht derhalve ongegrond verklaard.
Aangezien geen hoger beroep werd ingesteld, werd dit dossier afgesloten.
Barastraat 175, 1070, Brussel, Belgie.
E-mail: info@jep.be
Tel: +32 2 502 70 70