Op de website staat de volgende tekst te lezen: “Gas brings immediate reductions in carbon emissions, enables renewable energy sources and will contribute to a low carbon economy”.
Daarboven is het logo van het initiatief zichtbaar, met de tekst “making a clean future real” en het woord “naturally” in het groen.
De klager haalt diverse redenen aan waarom de tekst volgens hem in strijd is met artikels 3 en 7 van de Milieureclamecode.
Volgens de klager is de vermelding “Gas brings immediate reductions in carbon emissions ...” te absoluut geformuleerd en derhalve incorrect en misleidend. Zij geeft de indruk dat het gebruik van gas in alle omstandigheden tot minder koolstofuitstoot zal leiden. Dit is onjuist aangezien gas een hogere uitstoot heeft dan hernieuwbare energiebronnen zoals wind- en zonne-energie. Zij veronderstelt bovendien dat het gebruik van gas en de infrastructuur daarvoor deze van steenkool systematisch zouden vervangen, wat onbewezen is.
De vermelding “Gas ... enables renewable energy sources” is eveneens te absoluut en misleidend. Investeringen in gas nemen immers beschikbare middelen weg van investeringen in hernieuwbare energiebronnen.
De vermelding “Gas ... will contribute to a low carbon economy” is een absolute vermelding die impliciet stelt dat gas een laag koolstofgehalte heeft en dus milieuvriendelijk is, wat incorrect is. Gas is een fossiele brandstof en heeft dus een veel hogere koolstofuitstoot dan hernieuwbare energiebronnen.
De vermelding “making a clean future real” portretteert gas als een “schone” brandstof, wat absoluut geformuleerd, incorrect en misleidend is. Hetzelfde geldt voor het gebruik van de groene kleur voor het woord “naturally”.
Vooraleer in te gaan op de inhoud van de klacht, drukte de verweerder zijn bezorgdheid uit met betrekking tot de veronderstelling dat de banner op de website in kwestie als een “advertentie” zou dienen te worden beschouwd. Deze veronderstelling is volgens hem niet correct aangezien de betrokken website geen mediakanaal is, maar een website die beheerd wordt door zeven verenigingen die verschillende aspecten van de gasindustrie vertegenwoordigen. Bovendien is de verweerder niet juridisch gevestigd in België.
Vervolgens deelde de verweerder mee dat hij beoogt om de rol van aardgas bij de hervorming van de Europese energiebevoorrading onder de aandacht te brengen bij EU institutionele beleidsmakers. Het initiatief heeft een bijzondere focus ten aanzien van stakeholders binnen de Europese Commissie, het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie. Het afzwakken van de klimaatsverandering, in combinatie met het beantwoorden aan Europa’s energienoden, is één van de belangrijkste thema’s geworden voor de gasindustrie. Nochtans heeft het debat op het beleidsniveau van de EU volgens de verweerder onvoldoende aandacht besteed aan de potentiële rol van gas in vergelijking met andere fossiele brandstoffen bij het reduceren van CO2-uitstoot.
De verweerder deelde mee te beogen om het debat dienaangaande aan te moedigen met feitelijke informatie en gegevens over de voordelen van gas als een element van een op langere termijn duurzame energiemix, met inbegrip van hoe aardgas in tandem kan werken met hernieuwbare energiebronnen. Hij adverteert geen producten of diensten, noch worden deze aangeboden of verkocht.
Het initiatief is niet gericht op consumenten – en al evenmin op het grote publiek in België. De website heeft met opzet een “.eu” domeinnaam (en niet “.be”) en de teksten zijn uitsluitend geschreven in het Engels (en niet in één van de officiële Belgische landstalen). Het bereik van de website is derhalve inherent beperkt, ter illustratie waarvan de verweerder aanhaalde dat het bezoekersaantal in de maand voorafgaand aan de klacht slechts 598 bedroeg.
Tenslotte haalde de verweerder diverse inhoudelijke argumenten aan ter weerlegging van de door de klager gevoerde inhoudelijke argumentatie.
Beslissing Jury in eerste aanleg
De Jury heeft kennis genomen van de website waartegen klacht werd ingediend.
Mede gelet op het feit dat de website zich duidelijk louter richt op een professioneel publiek en niet op een publiek bestaande uit consumenten, des te meer daar er evenmin naar de betrokken website wordt verwezen via een campagne in een massamedium, is de Jury van mening dat de klacht in kwestie niet voldoet aan de door artikel 5 van haar reglement gestelde ontvankelijkheidsvereisten.
Gelet op het voorgaande en op basis van voormelde bepaling, heeft de Jury de klacht derhalve onontvankelijk verklaard.
De klager stelde hoger beroep in tegen deze beslissing van de Jury.
Standpunt klager in hoger beroep
De klager haalde aan dat op de website van Euractiv, een online krant, werd geadverteerd voor de betrokken website. Als men op deze advertentie klikt, komt men via twee stappen bij de tekst die door hem als misleidend is gekwalificeerd.
Euractiv is een massamedium. Het wordt in alle EU landen verspreid en is beschikbaar in 15 talen. Euractiv heeft meer dan 600000 unieke bezoekers per maand. De klager is van mening dat de website van de verweerder wel degelijk bij een aanzienlijk aantal consumenten dan wel een substantieel deel van het publiek onder de aandacht wordt gebracht. Middels de Euractiv advertenties wil de verweerder een deel van de consumenten en besluitvormers overtuigen van de positieve effecten van het gebruik van gas.
De informatie op de website is dan ook (deels) op deze groepen gericht. De klager bestrijdt dat de website alleen op professionals in de gassector is gericht. Het is immers niet nodig deze professionals te overtuigen van de voordelen van gas.
Verweer adverteerder
De verweerder deelde mee dat de klacht wel degelijk onontvankelijk is omwille van de volgende redenen:
- Het is op geen enkele wijze de bedoeling van de oorspronkelijke klacht om de consumentenbelangen of het image van reclame te verdedigen;
- De website is uitsluitend gericht op een professioneel publiek en niet op een publiek dat uit consumenten bestaat;
- Er wordt niet naar de website verwezen in een massamediacampagne.
De in het verzoekschrift hoger beroep aangehaalde argumenten zijn incorrect en geven een inaccuraat beeld van de eigenlijke situatie.
De verweerder haalde met name aan dat de banner hoofdzakelijk getoond werd in zeer specifieke beleidsdomeinen – “energie-efficiëntie”, “energiebevoorrading” en “klimaat & milieu” – en slechts op de EU-versie van de betrokken site en niet op één van de nationale of anderstalige versies.
De online banner op de Euractiv website linkt niet door naar de homepage van de verweerder waar de tekst waarnaar de oorspronkelijke klacht verwijst is opgenomen. Hij linkt rechtstreeks naar een andere pagina waar het programma te lezen staat van een toekomstig evenement in het Europees Parlement dat gericht is op stakeholders binnen de Europese Commissie, het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie.
Volgens de verweerder stelt de klager Euractiv ten onrechte voor als een op de consument gericht massamedium. Uit de FAQs op deze site blijkt immers dat deze focust op een publiek bestaande uit professionele EU actoren.
Het doel van de tijdelijke online banner is niet om consumenten ertoe te brengen gas te gebruiken zoals de klager beweert, maar om relevante stakeholders binnen de vermelde EU-organen te informeren over het Gas Week 2013 congres. Dit blijkt duidelijk uit:
- De tekst van de banner: “Gas Week 2013. 23-25 April. Brussels. Join us for a week of debates and events in the European Parliament on tomorrow’s energy challenges.”;
- De rechtstreekse link naar het gedetailleerde programma van dit congres;
- Het feit dat de banner slechts enkele weken in de aanloop van dit congres verschijnt.
Tenslotte dient te worden vermeld dat dit evenement doorgaat in het Europees Parlement en geen massa- of publiek evenement is, maar een congres dat gericht is op een zeer beperkte groep van EU stakeholders.
beslissing Jury in hoger beroep
I. ONTVANKELIJKHEID
Wat de ontvankelijkheid van het verzoek tot hoger beroep betreft, heeft de Jury vooreerst vastgesteld dat:
- het verzoekschrift tijdig ingesteld werd (28.03.2013) binnen de 5 werkdagen na de datum van verzending van de beslissing van de Jury in eerste aanleg (28.03.2013);
- de waarborg gestort werd;
- het verzoekschrift een duidelijke motivering van de reden voor het instellen van hoger beroep bevat.
Gelet hierop, heeft de Jury in hoger beroep het verzoekschrift ontvankelijk verklaard.
II. GEGRONDHEID
De Jury in hoger beroep heeft kennis genomen van de vermelding op de website van de verweerder waartegen klacht werd ingediend en van alle elementen en standpunten die meegedeeld werden in dit dossier.
De Jury heeft er met name nota van genomen dat de Jury in eerste aanleg de betrokken klacht onontvankelijk heeft verklaard op basis van artikel 5 van het Juryreglement, dat het volgende bepaalt:
“De tussenkomst van de Jury in eerste aanleg met betrekking tot een reclameboodschap kan worden ingeroepen door het indienen van een klacht op initiatief van de volgende natuurlijke of rechtspersonen voor zover deze handelen met het oog op de verdediging van de consumentenbelangen en/of het imago van reclame: consument, consumentenorganisatie, socioculturele vereniging, beroepsvereniging/-federatie, lid of vertegenwoordiger van een officiële instantie of openbare macht.”
De Jury in hoger beroep bevestigt dat dit besluit zich opdringt op basis van de verschillende elementen van dit dossier.
De Jury in hoger beroep is met name van oordeel dat de vermelding op de website van de verweerder waartegen oorspronkelijk klacht werd ingediend geen tot de consument gerichte boodschap betreft, zelfs indien deze website voor het publiek toegankelijk is.
De Jury is van oordeel dat hetzelfde geldt voor wat betreft de door de klager in zijn verzoekschrift tot hoger beroep aangehaalde banner, die immers een op een professioneel publiek gericht congres in het Europees Parlement betreft en zich evenmin richt tot de consument.
De Jury bevestigt derhalve dat de klacht onontvankelijk is op basis van artikel 5 van het JEP-reglement.
De Jury in hoger beroep verklaart derhalve het hoger beroep ongegrond en bevestigt de beslissing van de Jury in eerste aanleg, met name dat de klacht onontvankelijk is.
De beslissing van de Jury in hoger beroep inzake de onontvankelijkheid van de klacht is definitief.
Barastraat 175, 1070, Brussel, Belgie.
E-mail: info@jep.be
Tel: +32 2 502 70 70