De campagne bestaat uit drie advertenties die drie verschillende zinnen bevatten waarbij telkens een voorwerp wordt getoond dat de zin symboliseert. De zinnen worden telkens gevolgd door een gelijkaardige tekst.
« Faudra-t-il que je tue mon fils avant de mourir ?
Cette question, le père d’une personne handicapée mentale de grande dépendance se la pose vraiment tous les jours. Avec la peur au ventre que son enfant ne soit pas pris en charge dignement s’il venait à disparaître. »
« Maintenant, je m’enferme à clé pendant qu’il casse tout à côté.
Cette situation, la mère d’une personne handicapée mentale de grande dépendance la vit vraiment tous les jours. Avec la peur au ventre que son enfant la blesse et ne se blesse dans son excès de colère. »
« Tous les jours j’attache ma fille à une chaise.
Cette situation, la mère d’une personne handicapée mentale de grande dépendance la vit vraiment tous les jours, parce qu’elle n’a pas d’autre choix. Parce que personne d’autre qu’elle ne peut la surveiller pendant qu’elle part faire des courses. »
Vervolgens :
« Si cette histoire se retrouve sous vos yeux, froidement au milieu de votre lecture, c’est parce que des milliers de parents affectés dans leur vie quotidienne n’ont trouvé aucun autre moyen pour se faire entendre. Quitte à mettre de côté leur pudeur, leur triste intimité et leurs idées les plus sombres. Aujourd’hui, la plupart des personnes handicapées de grande dépendance sont prises en charge principalement par leurs parents ou leurs proches en Belgique francophone. Les aides font cruellement défaut et les services restent insuffisants ou inadaptés, malgré les nombreux appels de détresse répétés. Le GAMP, Groupe d’Action qui dénonce le Manque de Place pour les personnes handicapées de grande dépendance, a besoin de votre soutien et de votre voix pour rappeler aux responsables en charge de ces matières que des solutions doivent impérativement être mises en œuvre sans attendre. Il y a urgence.
Signez la pétition sur www.ausecours.be et faites un don sur le compte BE25 0015 2490 6482 (BIC GEBABEBB). »
De adverteerder deelde mee dat de drie zinnen uitroepen van wanhoop zijn die een traject van lijden, afwijzing, opgave vertellen. Duizenden ouders die in hun dagelijks leven getroffen zijn hebben geen enkele andere manier gevonden om zich te laten horen dan aan de adverteerder hun ervaring, hun eigen woorden, die hij niet wilde afzwakken, toe te vertrouwen. Het is de bestaansreden van GAMP van woord te voeren van zij die er geen toegang tot hebben.
De adverteerder heeft vervolgens punt per punt geantwoord op de verschillende elementen van de klacht.
1) Heel deze campagne is schandalig misleidend.
Zoals wordt uitgelegd in de tekst bij elke afbeelding komen de campagnezinnen van ouders van zwaar afhankelijke gehandicapte personen die bereid zijn om te getuigen.
België werd in juli 2013 veroordeeld door het Europees Comité inzake Sociale Rechten voor het gebrek aan opvangmogelijkheden voor zwaar afhankelijke volwassen gehandicapte personen.
De groepsklacht die ingediend werd door de Internationale Federatie voor de Mensenrechten in naam van een twintigtal Belgische organisaties bevatte talrijke getuigenissen van families.
De campagne is dus niet misleidend maar betreft een situatie die gekend is en erkend wordt door de politieke wereld, gedwongen door een besluit van de Europese Raad van Ministers om plannen voor “zware afhankelijkheid” op te stellen. De campagne wil druk uitoefenen op de politieke wereld zodat deze plannen geïmplementeerd worden door de regeringen van de nieuwe legislatuur.
2) De campagne heeft enkel als doel om geld in te zamelen voor een project dat noch de waardigheid van gehandicapte personen noch het VN verdrag inzake de rechten van personen met een handicap respecteert.
De campagne heeft vooreerst als doel om het grote publiek te sensibiliseren en een petitie te doen tekenen. Het inzamelen van geld blijft ondergeschikt. De bestemming van de eventueel ingezamelde donaties wordt verduidelijkt op de website van de adverteerder die op de advertenties vermeld staat.
De donaties zijn bedoeld voor de volgende projecten die vanaf eind februari van start gaan:
- vorming van familiehelpers en ziekenoppassers in samenwerking met de organisatie APEDEF,
- opleidingen over de juiste technieken voor het opvangen van kinderen met autisme aanbevolen door de rapporten van het KCE en de HGR,
- versterken van de sociale dienst voor hulp aan ouders.
Deze projecten respecteren de waardigheid van gehandicapte personen en de principes van het verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van personen met een handicap aangezien ze ertoe bijdragen dat zowel gehandicapte personen als hun families zich beter kunnen integreren in de samenleving, niet geïsoleerd blijven en de extra educatieve handicap voorkomen wordt.
3) Zeggen dat er « niets » bestaat is echt overdreven.
De adverteerder benadrukt dat dit fout is, dat hij dit nooit gezegd heeft. Integendeel, de tekst van de advertenties geeft toe dat er diensten bestaan maar stelt dat hun aantal ontoereikend is.
4) Noch de regio noch de actie waarvoor het geld bestemd is vermelden is evenmin correct.
De adverteerder benadrukt dat dit fout is. De tekst van de advertenties verduidelijkt dat hij Franstalig België bedoelt. Ieder die een donatie wou doen kon de website bezoeken om er de nodige informatie te vinden.
5) Dit soort van actie kan enkel drama’s uitlokken en het onbegrip van de samenleving vergroten.
De campagne maakt een dramatische realiteit die nog erg onbekend is kenbaar aan het grote publiek. De betrokken families voelen zich eindelijk erkend in hun lijden en gesteund in hun vragen voor aangepaste diensten bij de bevoegde instanties (vandaar de petitie).
De adverteerder denkt integendeel dat deze campagne veel betrokken ouders heeft toegestaan om hun ervaring te relativeren gewoon door het feit van het geschreven te zien staan. Deze ouders hebben zichzelf herkend in deze zinnen en hun woorden zijn naar buiten gebracht, zoals blijkt uit de getuigenissen die verzameld werden op Facebook.
Kortom, deze klacht lijkt ongegrond en lasterlijk voor de adverteerder. Ze lijkt al het veldwerk dat reeds vele jaren door de GAMP gedaan werd te negeren net als de erkenning waarvan de betrokken families blijk geven.
De Jury heeft vastgesteld dat de campagne uit drie advertenties bestaat die de volgende zinnen bevatten waarbij telkens een voorwerp wordt getoond dat de zin symboliseert: « Faudra-t-il que je tue mon fils avant de mourir ? », « Maintenant, je m’enferme à clé pendant qu’il casse tout à côté. » en « Tous les jours j’attache ma fille à une chaise. ».
Deze zinnen worden telkens gevolgd door een gelijkaardige tekst die benadrukt dat ouders van een zwaar afhankelijke mentaal gehandicapte persoon zich met angst in het hart elke dag dergelijke vragen stellen of dergelijke situaties meemaken.
Er volgt informatie over de problematiek van het gebrek aan opvangplaatsen voor zwaar afhankelijke gehandicapte personen en ook een oproep om een petitie te tekenen en tot ondersteuning.
De Jury heeft er nota van genomen dat de adverteerder ervoor gekozen heeft om zinnen te gebruiken die afkomstig zijn van betrokken ouders en dat de advertenties een realiteit weergeven die de adverteerder probeert aan de kaak te stellen om de politieke wereld voor haar verantwoordelijkheid te plaatsen.
Wat het inzamelen van geld betreft, is de Jury van mening dat de website van de adverteerder die vermeld staat op de advertenties voldoende duidelijk vermeldt voor welke projecten de donaties bedoeld zijn.
Wat betreft het gebrek aan opvangplaatsen voor zwaar afhankelijke gehandicapte personen is de Jury van mening dat de advertenties niet zeggen dat er geen enkele hulp bestaat, maar dat zij het ontoereikende karakter van de bestaande diensten benadrukken. Er wordt ook voldoende duidelijk aangegeven dat ze gericht zijn op Franstalig België.
De Jury is derhalve van oordeel dat de advertenties niet van aard zijn om de lezer te misleiden op deze punten.
Bovendien is de Jury van mening dat de advertenties zinnen bevatten die beroeren en die het publiek met een bepaalde realiteit confronteren.
De Jury is van oordeel dat, door duidelijk de context waarbinnen deze zinnen zich situeren op te roepen, de advertenties niet ten onrechte inspelen op gevoelens van lijden en de menselijke waardigheid niet aantasten.
Rekening houdend met deze contextualisering is de Jury eveneens van oordeel dat ze niet getuigen van een gebrek aan een behoorlijk maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef in hoofde van de adverteerder.
Bij gebreke aan inbreuken op wettelijke of zelfdisciplinaire bepalingen, heeft de Jury gemeend geen opmerkingen te moeten formuleren op deze punten.
Aangezien geen hoger beroep werd ingesteld, werd dit dossier afgesloten.
Barastraat 175, 1070, Brussel, Belgie.
E-mail: info@jep.be
Tel: +32 2 502 70 70