De spot vangt aan met een beeld van een jongen die kijkt hoe een kuiken uit een ei komt. Terwijl op de achtergrond opgewekte muziek weerklinkt, ziet men de jongen en het ganzenkuiken samen opgroeien.
Vervolgens ziet men hoe de intussen jongeman een hangar binnengaat en de volgroeide gans belet hem naar binnen te volgen.
Als de gans ’s nachts toch een blik in de hangar gaat werpen, ziet men, met op de achtergrond onheilspellende geluiden, hoe de man een andere gans dwangvoedert met een trechter.
Tekst op het scherm (met op de achtergrond de trillende kop van de gans): “Waar de liefde voor dieren stopt, begint de onze. Geniet van de feesten zonder foie gras”.
Op het eindscherm staat het logo van de adverteerder en “www.gaia.be”.
De klager eet bewust bio-producten en vindt dat hij en met hem een heleboel andere mensen en kinderen niet verplicht hoeven te zijn om telkens naar deze schrijnende beelden te kijken.
De adverteerder deelde mee dat, in de aanloop van de eindejaarsfeesten, zijn reclameboodschap ten aanzien van het grote publiek beoogt:
1) in herinnering te brengen dat het dwangvoederen van watervogels voor de productie van foie gras nog steeds een realiteit is;
2) het gevoel van empathie jegens dieren in herinnering te brengen dat we allen aanvoelen, kinderen eerst en vooral.
De klager betreurt dat harde beelden zichtbaar zouden zijn in de TV-spot. De adverteerder houdt eraan te benadrukken dat het fragment in kwestie, dat een gans toont die onder dwang gevoederd wordt (met behulp van een trechter), een scène voorstelt waarvan de hardheid veel lager ligt dan datgene wat de meerderheid van de watervogels in de foie grasbedrijven echt ondergaan.
In werkelijkheid worden de dieren gedwangvoederd met een pneumatische machine en geïmmobiliseerd in een metalen kooi. Zij lijden dikwijls onder een gebroken bek, braken, bloedingen, diarree, enz. Hij gaf er dit jaar de voorkeur aan om deze kweekomstandigheden niet te tonen, net om het accent te leggen op een positief gevoel van empathie, ook al meent hij dat de consumenten deze zouden moeten zien.
Gelet op het voorgaande, meent de adverteerder te goeder trouw dat zijn reclamecampagne van algemeen belang geen daadwerkelijk overdreven, choquerende of gewelddadige beelden bevat. Hij is er evenzeer van overtuigd dat de beelden in elk geval een rechtstreeks en proportioneel verband vertonen met het nagestreefde doel, zoals voorgeschreven door de door de JEP vastgelegde regels.
De Jury heeft vastgesteld dat de Tv-spot een kind en een gans toont die samen opgroeien en eindigt met het beeld van de groot geworden jongen die een andere gans dwangvoedert met een trechter.
Ingevolge het antwoord van de adverteerder heeft de Jury genoteerd dat deze spot als doel had om in herinnering te brengen dat het dwangvoederen van watervogels voor de productie van foie gras nog altijd een realiteit is en om bij het publiek een gevoel van empathie ten opzichte van de dieren op te roepen.
De Jury is van mening dat deze boodschap van de adverteerder duidelijk blijkt uit de spot.
Zij heeft er eveneens nota van genomen dat de adverteerder benadrukte dat het beeld van de gans die gevoederd wordt met een trechter een scène voorstelt waarvan de hardheid veel lager ligt dan datgene wat de meerderheid van de watervogels in de foie grasbedrijven echt ondergaan.
De Jury is van mening dat de gebruikte beelden een rechtstreeks verband vertonen en in verhouding zijn met het beoogde doel van de campagne tegen foie gras en met de over te brengen boodschap.
De Jury is derhalve van oordeel dat de spot in kwestie niet in strijd is met de JEP-regels inzake niet-commerciële reclame en niet getuigt van een gebrek aan een behoorlijk maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef.
Bij gebreke aan inbreuken op wettelijke of zelfdisciplinaire bepalingen, heeft de Jury derhalve gemeend geen opmerkingen te moeten formuleren op deze punten.
Aangezien geen hoger beroep werd ingesteld, werd dit dossier afgesloten.
Barastraat 175, 1070, Brussel, Belgie.
E-mail: info@jep.be
Tel: +32 2 502 70 70