Radiospot 1:
VO: “Er zijn van die momenten…”
Vrouw: “Kom schatje, ’t is tijd om te gaan slapen!”
Kind: “Eerst nog een Cécémel?!”
Vrouw: “Allé ja, ’t is goed.”
Kind: “Yes.”
VO: “Die altijd zullen blijven.”
Vrouw: “Kom schat, we gaan slapen.”
Man: “Eerst nog een Cécémel?”
Vrouw: “Allé ja, ’t is goed.”
Man: “Yes.”
VO: “Cécémel. Geniet op elk moment.”
Radiospot 2:
VO: “Er zijn van die momenten…”
Kind 1: “Hey.”
Kind 2: “Hey.”
Kind 1: “Mijne appel ruilen voor uwe Cécémel?”
Kind 2: “Nee.”
Kind 1: “Zeker?”
Kind 2: “Ja.”
VO: “Die altijd zullen blijven.”
Man: “Hey.”
Vrouw: “Hey.”
Man: “Mijne appel ruilen voor uwe Cécémel?”
Vrouw: “Nee.”
Man: “Zeker?”
Vrouw: “Ja.”
VO: “Cécémel. Geniet op elk moment.”
1) Volgens de klager moedigt deze reclame de consumptie van een gesuikerde drank door jonge kinderen aan op het moment dat ze gaan slapen en dit is choquerend en onverantwoordelijk vanuit het standpunt van de volksgezondheid (gezondheid van het gebit en probleem van overgewicht).
2) In de reclame wil een kind zijn appel ruilen tegen de Cécémel van een ander, dat weigert. De klager benadrukte dat op een uur dat kinderen luisteren, het niet ethisch is om te laten doorschemeren dat een Cécémel beter is dan een appel, in het bijzonder door twee kinderen op te voeren in de reclame.
3) De klager deelde mee dat, in een periode waarin onophoudelijk wordt gewezen op het belang van een gezonde voeding, bestaande uit vijf stukken fruit en groenten per dag, om te strijden tegen voornamelijk kinderobesitas, deze reclame net aanzet tot het aannemen van een omgekeerd gedrag. Het gedrag waartoe wordt aangezet door de reclame in kwestie is strijdig met het gedrag dat aanbevolen wordt door gezondheidsexperts en gepromoot door campagnes zoals “manger-bouger”.
Zonder de voedzame kwaliteiten van het product in kwestie, dat trouwens melk bevat, een element dat goed is voor de groei van de allerkleinsten, te willen demoniseren, kan men daarentegen niet verbergen dat het gaat om een gesuikerd voedingsmiddel dat geklasseerd moet worden in het gamma van de “tussendoortjes”, te consumeren met mate. De klager betreurt dat in deze reclameboodschap een voedingsmiddel geassocieerd met “plezier” en een ander geassocieerd met “gezondheid” tegen elkaar worden uitgespeeld, terwijl de consumptie van het tweede het eten van het eerste net balanceert in het kader van een evenwichtige voeding.
De adverteerder deelde mee dat de spots op een humoristische manier duiden op het feit dat er ook in een snel wisselende maatschappij bepaalde zaken identiek blijven en tevens wijzen op de lange historiek van de producten van de adverteerder.
De eerste spot impliceert op geen enkele manier dat het kind zonder tandenpoetsen naar bed gaat doch duidt enkel op het drinken van chocolademelk ’s avonds. Deze zuiveldrank is geen suikerhoudend snoepgoed, waarbij bij reclame op televisie een pictogram van een tandenborstel verplicht is, in overeenstemming met artikel 69 van het decreet betreffende radio-omroep en televisie van 27 maart 2009.
Met betrekking tot de tweede spot is het geenszins de bedoeling van de adverteerder om de appel met Cécémel te vergelijken en nog minder om de consument aan te zetten om de appel te vervangen door Cécémel. Met deze spot maakt hij ook geen vergelijking tussen deze twee producten op het vlak van voedingswaarde. Dit zuivelproduct is ook een verantwoord tussendoortje zowel op de speelplaats, waar naast fruit ook koekjes en snoep gangbaar zijn, als later op het werk.
Met betrekking tot de problematiek van overgewicht, wenst de adverteerder erop te wijzen dat melkproducten in een gezonde voeding passen. Hij is van oordeel dat de spots geen elementen bevatten die zouden aanzetten om er slechte eetgewoonten op na te houden. De adverteerder commercialiseert tevens magere Cécémel producten. Er zijn geen aansporingen in de spots om Cécémel overmatig te consumeren. Het gaat hier evenmin om reclame die specifiek op kinderen is gericht.
De adverteerder draagt eerlijke en verantwoorde reclame hoog in het vaandel en moedigt initiatieven zoals de Fevia reclamecode, Belgian Pledge, ICC Code, etc. aan en onderschrijft deze. Hij is dan ook van mening dat deze reclame niet misleidend en ethisch verantwoord is.
Vooreerst heeft de Jury benadrukt dat haar bevoegdheid zich beperkt tot de inhoud van de reclame in kwestie en dat zij zich niet uitspreekt over het product waarvoor reclame gemaakt wordt.
De Jury heeft vastgesteld dat de twee betrokken radiospots situaties schetsen waarin men het product in kwestie consumeert, als voorbeeld om de volgende gedachte te illustreren: “Er zijn van die momenten die altijd zullen blijven.”.
De Jury is van mening dat de spots geen aansporingen bevatten om het product regelmatig te consumeren en dat ze evenmin elementen bevatten die kinderen of volwassenen ertoe zouden aanzetten om er slechte eetgewoonten op na te houden.
De Jury is derhalve van oordeel dat de spots geen buitensporig verbruik aanmoedigen of vergoelijken en geen afbreuk doen aan de bevordering van gezonde en evenwichtige eetgewoonten.
Bij gebreke aan inbreuken op wettelijke of zelfdisciplinaire bepalingen, heeft de Jury derhalve gemeend geen opmerkingen te moeten formuleren op dit punt.
Aangezien geen hoger beroep werd ingesteld, werd dit dossier afgesloten.
Barastraat 175, 1070, Brussel, Belgie.
E-mail: info@jep.be
Tel: +32 2 502 70 70