Op de achterzijde van de trailer staat een foto van twee vrouwen in zwarte bh en string die tegen elkaar geleund staan.
Linksboven de slogan “Want to rent me?”.
Volgens de klager verwijst deze reclame ontegensprekelijk naar het ‘huren’ van vrouwen als seksobjecten. Een vrouw wordt hier gelijkgesteld aan het huren van een oplegger.
Hij vindt de reclame wansmakelijk, beledigend, denigrerend voor alle vrouwen, en voor alle mannen, die streven naar menselijke gelijkheid en waardigheid voor iedereen. Volgens hem heeft dit niets met seksuele emancipatie te maken en ook niet met vrijheid van meningsuiting, integendeel.
De adverteerder deelde mee dat dit totaal niets te maken heeft met het huren van vrouwen. Hij denkt dat de persoon die de klacht ingediend heeft niet goed gelezen heeft dat het om trailerverhuur gaat.
Het enige wat hij wil doen, is in het oog springen. Hij meent dat we dagelijks geconfronteerd worden met dit soort beelden en dat het feit dat hij zijn diensten promoot door middel van een foto met vrouwen niet betekent dat hij geen respect heeft voor de vrouw. Hij is een vooruitstrevend bedrijf dat iedereen respecteert en iedereen de kans op vrije meningsuiting geeft.
De Jury heeft vastgesteld dat de reclame op de achterzijde van de trailer in kwestie een foto toont van twee vrouwen in zwarte bh en string die tegen elkaar geleund staan, met daarnaast linksboven de slogan “Want to rent me?”.
De Jury is van mening dat het gebruik van de afbeelding van deze vrouwen geen enkel verband vertoont met de betrokken dienst – trailerverhuur – en dat de reclame op deze manier de vrouw tot een object herleidt.
Dat het hierbij slechts de bedoeling zou zijn om in het oog te springen en te verwijzen naar de huur van trailers, zoals de adverteerder argumenteert, komt de Jury met name onvoldoende voor om aannemelijk te maken dat zijn reclame aldus een verband legt tussen de afbeelding en de gepromote dienst dat het gebruik van de kwestieuze statische en geïsoleerde afbeelding zou verrechtvaardigen.
Rekening houdend met de manier waarop de vrouwen in casu afgebeeld worden in combinatie met de slogan en met de duidelijke seksuele toespeling, is de Jury eveneens van oordeel dat de reclame denigrerend is voor de vrouw en haar menselijke waardigheid aantast.
Op basis van artikel 4, alinea 1 en artikel 12 van de Code van de Internationale Kamer van Koophandel en punten 2, 3 en 4 van de JEP-regels inzake de afbeelding van de mens, heeft de Jury de adverteerder derhalve verzocht om de reclame te wijzigen, en bij gebreke daaraan de reclame niet meer te verspreiden.
Bij gebrek aan positieve reactie van de adverteerder is het dossier ter kennis van de Raad voor de Reclame gebracht overeenkomstig artikel 11 van het JEP reglement.
Barastraat 175, 1070, Brussel, Belgie.
E-mail: info@jep.be
Tel: +32 2 502 70 70