Man 1 : « Haa, je ne sais pas quoi me mettre pour mon rendez-vous. T’aurais pas une idée ? »
Man 2 : « Habille-toi en combinaison. »
Man 1 : « En combinaison de quoi ? »
Man 2 : « En combinaison de garagiste. Comme ça, elle pensera que tu vas l’entretenir. »
Voice-over : « Préparez-vous à rencontrer les Citroën à prix réduit lors des offres speed-dating. »
De adverteerder deelde het volgende mee.
Ten eerste vermeldt de betwiste reclame enkel de wagens van het merk Citroën en doet ze geen beroep op welke representatie van de vrouw ook. Deze reclame kan dus niet als denigrerend voor de vrouw beschouwd worden.
Ten tweede moet de reclame, in ieder geval, in zijn geheel beoordeeld worden en rekening houdend met de huidige socio-economische context.
Het gebruik van stereotypes, op een humoristische manier, is an sich niet laakbaar; een algemeen verbod zou inderdaad als gevolg hebben dat elke vorm van karikatuur van de maatschappij verboden zou zijn en elke toevlucht tot spot ten aanzien van bepaalde categorieën van personen uitgesloten zou zijn.
Zo’n maatregel zou manifest overdreven zijn in het licht van het recht op vrije meningsuiting vervat in de artikels 10 van het EVRM en 19 van de Grondwet, vandaar dat alleen stereotypes die van aard zijn om door de meerderheid van het publiek als beledigend, reactionair of aanstootgevend te worden beschouwd, dienen te worden vermeden.
De Jury heeft eerder beslist dat op deze gronden verwijderd moesten worden:
- een promotionele affiche voor bijna nieuwe wagens die een vrouw in zwarte lingerie toont, gelegen op een bed, vergezeld van de volgende tekst: “zou u het erg vinden als u niet meer de eerste bent?”;
- een advertentie die meerdere mannen toont die een motor in een showroom bewonderen en geen aandacht geven aan een prostituee in het raam van een naburig huis.
Deze reclames hebben als gemeenschappelijk kenmerk dat zij een reducerend beeld van de vrouw tonen; zij wordt hier nu eens vergeleken met iets waarvan men al dan niet de eerste gebruiker is, dan weer met een voorwerp in de handel dat vergelijkbaar is met een motor.
In casu echter:
- herleidt de reclame de vrouw niet tot een object maar waardeert deze de wagens van de adverteerder tot op een punt waarop deze het statuut krijgen van personen die men wil verleiden. De wagen is geen eenvoudig commercieel voorwerp meer maar is voorzien van menselijke kenmerken: een verlangen, een vrije wil en de mogelijkheid om zich al dan niet te laten verleiden.
- stelt de reclame derhalve vrouwen nergens voor als een zwakke categorie die gestigmatiseerd of gedenigreerd kan worden.
- zet de bestreden reclame op geen enkel moment welke seksuele aspecten dan ook in scène die van aard zouden zijn om in te druisen tegen de menselijke waardigheid of de goede zeden, noch maakt deze hier allusie op; hoogstens verwijst de reclame naar “speeddating” ontmoetingen in een ludieke context van romantiek en verleiding, op een duidelijk humoristische toon.
- bevestigt de reclame evenmin stereotypes of denigrerende vooroordelen met betrekking tot de vrouw, maar verwijst naar een humoristisch beeld van de man die verliefd is op zijn wagen.
De reclame in kwestie is dus absoluut niet denigrerend voor de vrouw.
De Jury heeft vastgesteld dat de radiospot twee mannen in scène brengt die praten over een outfit om aan te trekken voor een romantisch afspraakje, in dit geval de speeddating aanbiedingen van Citroën, waarbij de ene aan de andere antwoordt: “En combinaison de garagiste, comme ça, elle pensera que tu vas l’entretenir.”.
De Jury is van mening dat de reclame, door het gebruik van de dubbele betekenis van het woord ‘entretenir’ / ‘onderhouden’ en de context van een speeddating, duidelijk een verband legt tussen wagens en vrouwen. De radiospot maakt aldus allusie op vrouwen en de JEP-regels inzake de afbeelding van de mens zijn dus wel degelijk van toepassing. Zij hebben niet alleen betrekking op visuele voorstellingen maar eveneens op beweringen en op het uiten, onder welke vorm ook, van stereotypes.
De Jury is van mening dat de reclame duidelijk het stereotype van de vrouw die zich laat onderhouden door de man oproept. De Jury is van oordeel dat dit stereotype beledigend en denigrerend is voor de vrouw in de zin dat het een devaloriserend beeld van afhankelijkheid in hoofde van de vrouw met zich meebrengt. De Jury is eveneens van oordeel dat de reclame op deze manier bijdraagt tot het bestendigen van een stereotiep beeld van de vrouw dat indruist tegen de maatschappelijke evolutie, wat strijdig is met punt 4 van de JEP-regels inzake de afbeelding van de mens.
Gelet op het voorgaande, heeft de Jury de adverteerder verzocht om de reclame te wijzigen en bij gebreke hieraan deze niet meer te verspreiden.
De adverteerder heeft bevestigd dat hij de reclame niet meer zal verspreiden.
Barastraat 175, 1070, Brussel, Belgie.
E-mail: info@jep.be
Tel: +32 2 502 70 70