De radiospot gaat als volgt:
Voice-over: “Stel, onlangs overleed uw tante et dat vindt u jammer. Maar ach, ze was 83 en ze heeft een mooi leven gehad. De lieve dame liet u haar meubels na en dat vond u ook jammer, want ach, echt van vandaag zijn die niet meer. Maar bij die meubels hoorde ook de matras. En onder die matras vond u de echte erfenis. En nu u plots wat extra geld heeft, stelt u zich de vraag: Is BinckBank de juiste bank voor u? Beslis vooral zelf. Ontdek alles over online beleggen bij BinckBank op binck.be.”
Volgens de klager vergoelijkt of promoot deze grappig bedoelde spot diefstal (erfenis moet gedeeld worden met anderen, de persoon mag dit niet bijhouden) en belastingontduiking (erfenisrechten). Dit is duidelijk een inbreuk op de gedragscode van de Belgische Verening van Banken, op de gedragscode van BinckBank zelf, en is misschien ook onwettelijk.
De bank zou deze persoon helemaal niet mogen helpen beleggen, want dan ondersteunen ze dus diefstal en belastingontduiking. Alle Belgische bankbedienden moeten voldoen aan strikte regels, die in hun reclame dus ook zouden moeten gelden. De bank vertoont hier derhalve duidelijk onethisch gedrag volgens de klager.
Volgens de adverteerder is er geen sprake van onwettelijk of onethisch gedrag. Zoals de klager zelf al stelt, gaat het om een “grappig bedoelde spot”.
De radiospot is er één in een reeks van drie, waarin telkens een mogelijke aanleiding wordt geschetst om online te beleggen. Die situaties zijn duidelijk hypothetisch van aard. Elke spot wordt ingeleid door het woordje “Stel”, en eindigt op de vraag “Is BinckBank de juiste bank voor u?”. Er is dus enkel een veronderstelling, die geenszins uitsluit dat het geld onder de matras alsnog wordt gedeeld met andere erfgenamen of dat er successierechten op worden betaald. Ook met het resterende bedrag kan online worden belegd.
Daarnaast is het thema ‘geld-onder-een-matras’ ingeburgerd als een cliché, dat niet de ambitie heeft om een reële situatie te weerspiegelen. De reclamespot heeft met andere woorden een humoristische context en kan niet worden aangemerkt als een onethische gedraging.
De Jury heeft deze reclame onderzocht rekening houdend met de argumenten van de betrokken partijen en in het licht van de bepalingen van de Code van de Internationale Kamer van Koophandel (ICC Code).
De Jury heeft kennis genomen van de radiospot in kwestie waarin op humoristische wijze een aanleiding wordt geschetst om online te gaan beleggen.
De Jury is van mening dat deze spot niet van aard is om letterlijk te worden genomen door de gemiddelde consument en geenszins een goedkeuring van of aansporing tot het stellen van strafbare gedragingen vanwege de adverteerder inhoudt.
Zij is derhalve van oordeel dat deze reclame geen onwettelijk of antisociaal gedrag tolereert of aanmoedigt en evenmin getuigt van een gebrek aan behoorlijk maatschappelijk of professioneel verantwoordelijkheidsbesef in hoofde van de adverteerder.
Bij gebreke aan inbreuken op wettelijke of zelfdisciplinaire bepalingen, heeft de Jury derhalve gemeend geen opmerkingen te moeten formuleren op dit punt.
Aangezien geen hoger beroep werd ingesteld, werd dit dossier afgesloten.
Barastraat 175, 1070, Brussel, Belgie.
E-mail: info@jep.be
Tel: +32 2 502 70 70