Adverteerder / Annonceur: 11.11.11
Product-Dienst / Produit-Service: Campagne inzake migratie
Media / Média: Dagblad
Beschrijving van de reclame / Description de la publicité
De advertentie toont een foto van een rubberboot vol mensen op zee, met daarboven een krantenkop uit de krant De Standaard van dinsdag 19 juni 2018 getiteld “140.000 vacatures raken niet ingevuld volgens VBO” en daaronder de tekst “Redding is onderweg.”.
Onderaan rechts de tekst “Migratie werkt als we het laten werken.” en een logo met daarin “#AllemaalMensen – 11.11.11 – Onderweg naar beter”.
Klacht(en) / Plainte(s)
Volgens de klager promoot de adverteerder aldus de migratievorm die 1) illegaal / tegen de wet is, 2) levensgevaarlijk is en 3) mensensmokkel stimuleert.
Beslissing Jury in eerste aanleg: Geen opmerkingen
Décision Jury de première instance: Pas de remarques
De Jury voor Ethische Praktijken inzake reclame (JEP) in eerste aanleg heeft de volgende beslissing genomen in dit dossier.
De Jury heeft kennisgenomen van de advertentie in kwestie en van de klacht die daarop betrekking heeft.
Zij heeft er ingevolge het antwoord van de adverteerder onder meer nota van genomen dat de advertentie kadert in zijn ruimere pleidooi voor een rechtvaardig migratiebeleid dat de grondoorzaken van migratie aanpakt en veilige, legale migratieroutes aanbiedt en dat hij het debat rond (arbeids)migratie wil openbreken met een advertentie waarbij een scherp beeld aandacht opwekt en bijhorende tekst/slogan beperkte uitleg verschaft om een groter idee over te brengen, zonder daarmee echter levensgevaarlijke routes waartoe migranten en vluchtelingen vandaag toevlucht (moeten) nemen te promoten.
De Jury houdt er vooreerst aan te benadrukken dat zij zich beperkt heeft tot het onderzoeken van de inhoud van de betrokken advertentie, zonder zich te buigen over het maatschappelijk debat over migratie dat buiten haar bevoegdheid valt.
Zij heeft de inhoud van de betrokken advertentie vervolgens onderzocht in het licht van de bepalingen van de JEP Regels inzake niet-commerciële reclame.
De Jury is van mening dat de gebruikte afbeelding en bewoordingen, ofschoon deze mogelijks choquerend kunnen overkomen, een rechtstreeks verband vertonen met de boodschap en het nagestreefde doel van de campagne.
Zij is tevens van mening dat de gebruikte afbeelding en bewoordingen in verhouding zijn met het nagestreefde doel, en met name niet van aard zijn om onwettelijk gedrag aan te moedigen of te tolereren.
Gelet op het voorgaande is de Jury van oordeel dat de advertentie in kwestie niet strijdig is met de JEP Regels inzake niet-commerciële reclame en evenmin getuigt van een gebrek aan een behoorlijk maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef in hoofde van de adverteerder.
Bij gebreke aan inbreuken op wettelijke of zelfdisciplinaire bepalingen, heeft de Jury derhalve gemeend geen opmerkingen te moeten formuleren op deze punten.
Gelieve er nota van te nemen dat deze beslissing pas definitief wordt na het verstrijken van de termijn voor het instellen van hoger beroep.